Vrijmetselarij heeft voor de leden een duidelijk doel: jezelf ontplooien en door jouw groei als mens de wereld om je heen beïnvloeden. Als middelen gebruiken wij symbolen ingebed in een werkwijze met rituelen, lezingen en gedachtewisseling.
Jouw persoonlijke zingeving en ethische plaatsbepaling vinden hun weg naar het leven van alledag. De wereld van buiten laat je niet achter bij de kapstok in het logegebouw. Anderen merken op dat je milder bent geworden in je oordeel, dat je anders omgaat met kritiek, dat je meer inleving (geduld?) opbrengt met andere opvattingen. De verhouding tot je omgeving kleurt anders doordat je vrijmetselaar bent.
Je geestelijke leven verdiept zich en je gevoelsleven raakt versterkt. Je kunt je accu opladen in vele opzichten. Veel zaken worden je aangereikt die tot overpeinzing aanzetten. Niet alleen consumeren, ook actief meedoen en inbreng hebben tijdens de bijeenkomsten en in functies. We merken zelf dat onze geestelijke reikwijdte verruimt. Dat uit zich ook in onze interactie de wereld buiten de loge.
De vrijmetselaar zegt wel eens dat hij “een beter mens” wil worden. Niet beter dan andere mensen, maar beter dan hij eerder was. Gelukkig krijgt hij dit ook wel eens terug van anderen. Hij klopt zich hierover niet op de borst. Groei is een permanent (leer)proces. Je werkt aan jezelf, je stelt jezelf vragen over jouw leven, opvattingen en levensbeschouwing.
Je neemt de tijd om zowel jezelf als de ander te leren kennen. Je bent oprecht belangstellend naar hoe die in het leven staat. Wat zijn drijfveren zijn. En zo zijn de anderen in jou geïnteresseerd. Er worden je vragen gesteld over jouw leven en levensvisie. Soms niet de meest voor de hand liggende vragen. En al voel je je soms wat ongemakkelijk, je weet dat er een sfeer van vertrouwen en respect is. Ook als je wordt uitgedaagd om buiten je “bubbel” te kijken. Je wordt aan het denken gezet.